Waarom het geen goed idee is om camera’s aan duiven te hangen

Slimme camera’s die hangen aan duiven en op het hoofd van paarden worden gezet om drugscriminaliteit tegen te gaan. Dit klinkt misschien als het scenario van een sciencefictionfilm, maar het werd (bijna) werkelijkheid in een van de meest onverwachte telefoongesprekken die ik ooit heb ontvangen.Een gesprek dat niet alleen mijn kijk op technologie heeft veranderd, maar ook een komische maar nuttige les over de relatie tussen mens, natuur en de gereedschappen die we creëren, onthult. Ik zal aan de hand van dit telefoongesprek dat ik jaren geleden ontving, uitleggen waarom we niet vanuit technologie moeten redeneren.

Het telefoongesprek

Toen ik voor de overheid werkte, was ik gewend dat ondernemers of belangstellenden contact zochten voor een verkooppraatje of om een samenwerking te verkennen. Een designbureau dat mijn ervaring met beeldherkenning technologie kende, belde me op om ideeën uit te wisselen over een project gericht op beeldherkenning, dieren en ondermijning. Ik kan helaas niet vertellen waarom het een combinatie was van deze drie, maar ik kan wel kort de definitie geven van de termen:

  • Dieren: Levende organismen die voeden, ademen, groeien, en zich voortplanten.
  • Ondermijning: Het proces waarbij de structuur of integriteit van iets wordt verzwakt of beschadigd.
  • Beeldherkenning: Een technologie die computers in staat stelt om beelden te ‘zien’ en te interpreteren.

Het bureau had plannen om hitte-detecterende camera’s aan duiven te hangen, zodat ze over steden konden vliegen om anomalieën in de temperatuur van zolders te detecteren, wat kon wijzen op wietplantages.

Dit voorstel klonk als een sketch van Arjen Lubach, compleet met een PowerPoint vol tekeningen. Hoewel het idee humoristisch was – denk aan complottheorieën over vogels als spionage camera’s – baarde het me ook zorgen. Hittecamera’s wegen al snel 250 gram, wat zwaar is voor een duif die gemiddeld ongeveer 500 gram weegt. Voor wie geïnteresseerd is: een postduif weegt zo’n 500 gram. Bij sierduiven ligt het gewicht tussen de 150 (Figurita) en 1000 (Romein) gram. Dit zou niet goed zijn voor het welzijn van de dieren. Daarnaast bestaan er mechanische alternatieven, zoals drones, die dezelfde taak kunnen uitvoeren zonder dierenleed.

Er zijn overigens wel nuttige toepassingen van technologie in harmonie met de natuur, zoals het trainen van raven om straten schoon te maken in ruil voor voedsel. Hoewel ik niet weet of dit gunstig is voor deze beestjes, het is in ieder geval een noemenswaardig experiment.

Meer bizarre ideeën

Het gesprek ging verder over het mogelijk maken voor camera’s om drugsafval te detecteren. Hoewel technisch mogelijk, is dit geen eenvoudige taak vanwege de noodzaak aan specifieke trainingsdata. Het meest vreemde idee was om camera’s te bevestigen aan paarden die door natuurgebieden lopen, met het idee dat ruiters de camera zouden gebruiken om drugsafval te detecteren. Dit leek me onnodig, aangezien een ruiter waarschijnlijk direct de politie zou bellen bij het zien van drugsafval.

De les uit dit alles

Technologie moet niet als een doel op zich gezien worden, maar als een hulpmiddel om maatschappelijke problemen op te lossen of bedrijfsprocessen te optimaliseren. Het is niet verstandig om blindelings in de nieuwste technologieën te investeren. In plaats daarvan moet de focus liggen op het gebruik van geschikte technologie voor het beoogde doel. Het is prima om bekende technologieën te gebruiken voor oplossingen, maar het mag nooit een doel op zich worden; het doel moet altijd zijn om problemen op te lossen, niet alleen om technologie toe te passen.

Of er ooit camera’s aan duiven of op paarden zijn gehangen of gezet? Niet dat ik weet. Maar mocht ik ooit een duif voorbij zien vliegen met een camera eraan, dan zal ik met een glimlach terugdenken aan dit telefoongesprek.