Is social media het nieuwe tabak?

In 1930 werd er breed reclame gemaakt voor sigaretten: minder irritatie van de keel, lekker ontspannen en een hulpmiddel tegen hoesten. Nu, bijna 100 jaar later, is het duidelijk: roken veroorzaakt kanker en een breed scala aan gezondheidsrisico’s, en de tabaksindustrie heeft hier jaren over gelogen. Daarnaast heeft de tabaksindustrie nog steeds vergaande invloed op het beleid van de overheid. Stel je eens voor: we kijken in 2124 hetzelfde terug naar social media: hoe was het ooit mogelijk dat dit zo breed werd geaccepteerd in de samenleving? Scrollen door social media, video’s die automatisch afspelen, een constante stroom aan prikkeling voor de hersenen. Hoe beïnvloedt dit ons dagelijks leven? Is het mogelijk dat social media, net als tabak ooit deed, een breed geaccepteerd risico vormen voor onze persoonlijke en maatschappelijke gezondheid?

Bron: DALLE-3, prompt: A teenager smoking a smartphone.

Hoewel we midden in de opkomst van generatieve AI zitten, is dit niet de eerste vorm van algoritmes die de wereld ingrijpend verandert. We zouden bijna vergeten dat social media en aanbevelingssystemen volledig veranderd hoe wij met elkaar communiceren en hoe informatie zich verspreidt. De afgelopen 25 jaar is social media steeds meer een kern geworden van hoe we interactie hebben met elkaar, van Myspace tot aan Instagram en van Hyves tot aan TikTok: de manier waarop nieuwe generaties contact hadden, werd gekenmerkt door het meest gebruikte platform.

Social media spelen een cruciale rol in het leven van velen, vooral jongeren, en het gebruik ervan kan leiden tot stress en psychische klachten. Dit fenomeen manifesteert zich op verschillende manieren. Ten eerste, door de neiging van mensen om voornamelijk positieve en leuke dingen te delen, lijkt het alsof iedereen een perfect leven leidt. Dit schept onrealistische verwachtingen en kan bij anderen stress en depressieve gevoelens veroorzaken. Ze beginnen te twijfelen aan hun eigen leven en keuzes, ondanks het besef dat social media een vertekend beeld geeft. Dit gevoel van onzekerheid en onvoldoende zijn, wordt versterkt door de constante online interacties. Daarbij komt dat sociale druk vaak verhindert dat mensen zich kunnen onttrekken aan deze platforms.

De druk om altijd online te zijn, draagt bij aan deze mentale belasting. Jongeren voelen zich vaak buitengesloten als ze niet deel uitmaken van online activiteiten of evenementen, wat extra stress veroorzaakt. De angst om iets te missen, bekend als ‘Fear of Missing Out’ (FOMO), zorgt ervoor dat velen voortdurend social media volgen. Deze constante staat van alertheid kan leiden tot fysieke en mentale reacties zoals nervositeit, hartkloppingen en slaapproblemen. Bovendien kan langdurig staren naar een beeldscherm leiden tot fysieke klachten zoals bijziendheid en verstoring van het slaap-waakritme door blauw licht van schermen.

Om de druk van social media te beheersen, geven jongeren elkaar tips zoals authentiek blijven, posten vanuit overtuiging in plaats van druk, en tijd aan de telefoon beperken met behulp van timers of apps. Deze zelfbewustheid en zelfbeheersing zijn cruciaal in het omgaan met de uitdagingen die social media met zich meebrengen. Het realiseren dat de druk of stress vaak zelfopgelegd is, helpt jongeren om een gezonder en evenwichtiger digitaal leven te leiden. Ook worden er technologische oplossingen geboden: een zogenaamde dumb phone die enkel kan whatsappen en bellen. Of een limiet aan hoeveel tijd een app gebruikt kan worden per dag. Maar is het logisch om eerst een technologisch probleem te maken, en het dan vervolgs met nog meer technologie het probleem op te lossen?

Het komt bekend voor: sociale druk onder jongeren om het te doen, een miljardenindustrie die er alles aan doet om hun gebruikers te behouden. Eindeloos scrollen op social media is te vergelijken met kettingroken. Waar het ene de longen beschadigt, overprikkelt het andere de geest. Social media platformen erkennen de schadelijke effecten en bieden hulpmiddelen aan, zoals tijdslots en inzicht in gebruik. Daarnaast namen platformen steeds meer stappen om nepnieuws tegen te gaan en wordt er steeds actiever nagedacht over de rol van social media binnen de samenleving en het effect ervan op verkiezingen. Ondanks deze maatregelen blijft het hoofddoel gebruikers zo lang mogelijk vast te houden, gesteund door aanzienlijke investeringen in algoritmen. De verslavende aard van social media is tegenwoordig onmiskenbaar. Met automatisch spelende video’s en geavanceerde aanbevelingssystemen blijven gebruikers langer hangen, vaak met het primaire doel om meer advertenties te tonen. In Europa en de Verenigde Staten groeit de bezorgdheid over deze verslavende elementen. Discussies over regelgeving, zoals het voorstel voor de “Social Media Addiction Reduction Technology Act” en nieuwe EU-regels om oneindig scrollen standaard uit te schakelen, winnen aan terrein.

Parallellen met de tabaksindustrie zijn te trekken. Net zoals sigaretten verslavend worden gemaakt met nicotine, maar met filters om de schade te beperken, worden social media ontworpen om verslavend te zijn, terwijl er minimale middelen worden geboden om deze verslaving te beperken. Denk terug aan de jaren ’30, toen sigarettenreclames de vermeende gezondheidsvoordelen benadrukten. Vergelijkbaar presenteren social media zichzelf als middelen om te verbinden, terwijl we leven in een periode van grote verdeeldheid. Ook de overeenkomst tussen social media en verkiezingen en lobbyisten van de tabaksindustrie en politici is uiterst intressant. Hoewel beide op totaal andere manier invloed uitoefenen, is het onmiskenbaar dat er een sterk verband is tussen de doelen van de industrieën en de uitkomst van verkiezingen.

De voordelen van sigaretten bleken beperkt: een korte ontspanning die uiteindelijk meer stress veroorzaakt. En ook voor de keel bleek een sigaret voornamelijk een ziekmaker in plaats van een geneesmiddel. Misschien heeft social media een vergelijkbaar effect op de samenleving: op korte termijn meer verbondenheid, maar op lange termijn schadelijk op manieren die we niet hadden voorzien. Gedreven door het maken van winst werd er een tabaksindustrie opgezet die zichzelf tot de dag van vandaag in stand heeft gehouden door invloed uit te oefenen op de overheid. Zullen de social media reuzen hetzelfde pad gaan bewandelen?

Niet enkel op de gezondheid van het individu heeft social media effect, ook op het functioneren van democratieën en daarmee de maatschappij in zijn geheel is er al significant invloed geweest. De Libische Revolutie van 2011, onderdeel van de Arabische Lente, is een treffend voorbeeld van hoe social media een rol kunnen spelen in politieke en maatschappelijke veranderingen. Tijdens deze periode werd social media geprezen als een krachtig instrument voor democratisering en vrijheid van meningsuiting. Activisten en gewone burgers gebruikten platforms zoals Facebook en Twitter om informatie te verspreiden, protesten te organiseren en de wereld te informeren over de situatie in Libië. Deze digitale hulpmiddelen boden een stem aan de stemlozen en hielpen bij het mobiliseren van steun, zowel lokaal als internationaal. Het leek erop dat social media een nieuwe tijdperk van positieve sociale verandering inluidden, waarbij technologie de macht teruggaf aan het volk.

Echter, in de loop der jaren is er een groeiend bewustzijn ontstaan over de dubbelzijdige aard van social media. Hoewel het potentieel voor positieve verandering onmiskenbaar is, hebben we ook gezien dat deze platforms kunnen bijdragen aan negatieve ontwikkelingen binnen de samenleving. Social media kunnen polarisatie en verdeeldheid aanwakkeren, desinformatie en fake news verspreiden, en worden gebruikt als instrumenten voor politieke manipulatie en onderdrukking. In sommige gevallen hebben ze zelfs bijgedragen aan het ontstaan van geweld en conflicten. Dit heeft geleid tot een heroverweging van de oorspronkelijke optimistische visie op social media. De Libische Revolutie, eens gezien als een triomf van digitale democratisering, dient nu ook als een herinnering aan de complexiteit en de potentiële gevaren van social media. Volgens Amnesty International vonden er op grote schaal martelingen en executies plaats van personen die als vijanden van de nieuwe regering worden gezien.

De invloed van social media op verkiezingen, zoals de Amerikaanse presidentsverkiezingen van 2016 tussen Donald Trump en Hillary Clinton, is een onderwerp van intensief debat en onderzoek. Deze verkiezingen markeerden een keerpunt in hoe verkiezingscampagnes werden gevoerd. Enerzijds bood social media een platform voor politieke campagnes om een groot en divers publiek te bereiken. Kandidaten konden rechtstreeks communiceren met kiezers, hun boodschap verspreiden, en snel reageren op ontwikkelingen in de campagne.

Voor Donald Trump, bijvoorbeeld, waren social media zoals Twitter een cruciaal middel om zijn aanhang te mobiliseren en zijn politieke boodschappen zonder filter van traditionele media te verspreiden. Dit leverde hem een aanzienlijk voordeel op in termen van zichtbaarheid en directe betrokkenheid met kiezers.

Anderzijds heeft de verkiezing van 2016 ook de donkere kanten van social media in de politieke arena blootgelegd. Er waren toen al aanzienlijke zorgen over de verspreiding van desinformatie en valse nieuwsberichten, die via sociale netwerken snel en wijdverbreid werden gedeeld. Dit had mogelijk invloed op de meningen en beslissingen van kiezers. Daarnaast waren er beschuldigingen van buitenlandse inmenging en het manipuleren van social media platforms om het electorale proces te beïnvloeden. Deze verkiezingen hebben aangetoond dat social media niet alleen een hulpmiddel zijn voor democratische betrokkenheid, maar ook een potentieel wapen in het verspreiden van misinformatie en het beïnvloeden van de publieke opinie. Dit heeft geleid tot een groeiend bewustzijn van de noodzaak om kritisch te kijken naar de informatie die we ontvangen via sociale netwerken, en de behoefte aan strengere regulering en transparantie van politieke reclame op deze platforms.

Een paar weken terug schreef ik al over hoe de Amerikaanse verkiezingen nu gevoerd worden door een combinatie van generatieve AI en ouderwetse mis informatie op social media. De al complexe en onvoorspelbare gevolgen van deze nieuwe vormen van massa communicatie zijn met de komst van generatieve modellen nog ingewikkelder geworden. De Amerikaanse verkiezingen van 2024 zullen de geschiedenis boeken in gaan, en er zal op dezelfde wijzen onderzoek gedaan worden naar de invloed van social media en generatieve AI als naar de invloed van radio en televisie als middel voor het massaal verspreiden van propoganda in Duitsland ten tijde van de opkomst van de dictatuur van Adolf Hitler. Ik hoop dat de mensheid niet dezelfde fouten zal maken als bij de opkomst van massa communicatie middelen, maar maak mij ernstig zorgen over hoe social media en ook generatieve AI de perfecte cocktail kunnen vormen voor het massaal beinvloeden van menselijk gedrag.

In Nederland was er tijdens de verkiezingen nog weinig te merken van politieke partijen die effectief social media inzetten om groter te worden. Er werden wel pogingen gedaan, maar door het gemiddelde technische niveau van de meeste politici was dit nog niet erg succesvol. 50plus adverteerden per ongeluk hun boodschap naar fans van Angerfist, en Thierry Baudet speelden Minecraft en livestreamden dit om kinderen naar de stem bus te lokken. Daarbij heeft hij vermoedelijk gemist dat je in Nederland 18 moet zijn om te mogen stemmen.

Thierry Baudet die het spel Minecraft speelt, bron: youtube

Technologie zoals social media heeft uiteraard zijn nut, maar de vergelijking met de tabaksindustrie vind ik een intressante manier om er naar te kijken. Zijn we bezig met een machtige industrie te creeeren die kosten wat kost zichzelf in stand zal houden? De vraag rijst hoe schadelijke effecten van technologie tijdig beperkt kunnen worden, om te voorkomen dat maatschappelijke kosten onbeheersbaar worden. De impact van longkanker is tragisch: zowel persoonlijk als maatschappelijk. Een generatie geteisterd door mentale problemen kan nog kostbaarder en schadelijker zijn, en tegelijkertijd moeilijker aan te tonen. Er zal terug gekeken worden naar de begin jaren van social media als hoe we nu terug kijken naar reclames voor sigaretten: onbegrip.

Het is essentieel dat we over een eeuw niet terugkijken met spijt, afvragend hoe we de opkomst van een social media industrie hebben toegestaan en de overduidelijke signalen niet zagen dat er schade werd aangericht aan de samenleving.